Literatuur

- Muller Fz., S., Geschiedenis der Fundatiën, beheerd door het College van Regenten der Verenigde Gods- en Gasthuizen te Utrecht. Utrecht (Kemink), 1900. [298 blz. ISBN -]. Hierin "St. Apostel-gasthuis": blz. 99-103.

- Dolfin, Marceline J. & E.M. Kylstra & Jean Penders, Utrecht, De huizen binnen de Singels. Deel A: Beschrijving. Deel in de serie 'De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst'. 's-Gravenhage (SDU), 1989. [524 blz. ISBN 90.12.05874.0 / 90.12.05876.7(set)]. Hierin "Verkaveling gebied Apostelgasthuis": blz. 55 ("Achter het Lucas Bolwerk lag tussen andere bebouwing het Apostel Gasthuis. Na de sloop in 1875 werd het gebied herverkaveld vanuit de voormalige steeg achter het bolwerk, en niet zoals oorspronkelijk vanuit de Lange Jufferstraat." - dit is de relevante tekst volledig. Op de nieuwe percelen staan Lucasbolwerk 9 t.m. 18).

- Bruin, R.E. de & P.D. 't Hart & A.J. van den Hoven van Genderen & A. Pietersma & J.E.A.L. Struick (red.), 'Een paradijs vol weelde', geschiedenis van Utrecht. Utrecht (Matrijs), 2000_cop. [592 blz. ISBN 90.5345.175.7]. Hierin "Apostelgasthuis": blz. 355 (in 1817 moesten de Utrechts gasthuizen fuseren, de bejaarden werden ondergebracht in het Bartholomeusgasthuis en de zieken in het Apostelgasthuis), 381 ("Sedert 1817 bezat Utrecht een Academisch Ziekenhuis, een voortzetting van het vroegere Catharijnegasthuis, gevestigd in het Apostelgasthuis aan de Lange Jufferstraat en bedoeld voor de praktijkopleiding van studenten. Omstreeks 1860 verbleven daar jaarlijks zo'n 1000 patiënten, veel te veel voor het kleine gebouw. Daarom besloot de stad in 1866 tot aankoop van een terrein aan de Catharijnesingel ten behoeve van een nieuw Algemeen Ziekenhuis", geopend in 1871.)

- Hart, P.D. 't, Utrecht en de cholera, 1832-1910, deel in de serie 'Stichtse Historische Reeks', nr 15. Zutphen (Walburg) & Utrecht (Stichtse Historische Reeks), 1990_cop.. [308 blz. ISBN 90.6011.699.2]. Hierin "Nosocomium Academicum": blz. 205 ("In Utrecht zou de beschikbare ziekenhuiscapaciteit al tekort schieten als er een kleine epidemie zou uitbreken. Het bestaande ziekenhuis telde in 1822 dertig bedden. In het Nosocomium Academicum - de afdeling van het ziekenhuis die bestemd was voor opname van interessante gevallen ten behoeve van het onderwijs aan medische studenten - was plaats voor nog een kleine aantal. In de loop der jaren is het aantal bedden wel uitgebreid en zijn er veel dingen verbeterd. Maar de klachten dat het algemene stedelijke, later academische, ziekenhuis veel te klein was, bleven de hele eeuw door klinken, ook nadat het in 1871 in een ruimer gebouw gehuisvest was").

- Hulzen, dr. A. van, "Het Apostelgasthuis". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 08-01-1986, blz. 5